1 Samuël 4:16-22

16 En die man zeide tot Eli: Ik ben het, die uit de slagorden kom, en ik ben heden uit de slagorden gevloden. Hij dan zeide: Wat is er geschied, mijn zoon?
17 Toen antwoordde hij, die de boodschap bracht, en zeide: Israel is gevloden voor het aangezicht der Filistijnen, en er is ook een grote nederlaag onder het volk geschied; daarenboven zijn uw twee zonen, Hofni en Pinehas, gestorven, en de ark Gods is genomen.
18 En het geschiedde, als hij van de ark Gods vermeldde, zo viel hij achterwaarts van den stoel af, aan de zijde der poort, en brak den nek, en stierf; want de man was oud en zwaar; en hij richtte Israel veertig jaren.
19 En zijn schoondochter, de huisvrouw van Pinehas, was bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding hoorde, dat de ark Gods genomen was, en haar schoonvader gestorven was, en haar man, zo kromde zij zich, en baarde; want haar weeen overvielen haar.
20 En omtrent den tijd van haar sterven, zo spraken de vrouwen, die bij haar stonden: Vrees niet, want gij hebt een zoon gebaard. Doch zij antwoordde niet, en nam het niet ter harte.
21 En zij noemde het jongsken Ikabod, zeggende: De eer is weggevoerd uit Israel! Omdat de ark Gods gevankelijk weggevoerd was, en om haars schoonvaders en haars mans wil.
22 En zij zeide: De eer is gevankelijk weggevoerd uit Israel, want de ark Gods is genomen.

1 Samuël 4:16-22 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST SAMUEL 4

This chapter is a narrative of a war between Israel and the Philistines, in the time of Samuel, and of the consequences of it. In the first battle, the Philistines had the better of the Israelites, which caused the latter to inquire into the reason of it, and who proposed to fetch the ark of the Lord, and did, to repair their loss, and prepare for a second battle, in which they hoped to succeed, and which struck a panic into their enemies, 1Sa 4:1-7, who yet encouraged and stirred up one another to behave in a courageous manner, and victory a second time was on their side, a great number of the Israelites were slain, among whom were Hophni and Phinehas, the two sons of Eli, and the ark of God was taken, 1Sa 4:8-11, the news of which being brought to Eli, he fell back and died, 1Sa 4:12-18 and to his daughter-in-law, who upon it fell into labour, and died also, 1Sa 4:19-22.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.