1 Samuël 4:20

20 En omtrent den tijd van haar sterven, zo spraken de vrouwen, die bij haar stonden: Vrees niet, want gij hebt een zoon gebaard. Doch zij antwoordde niet, en nam het niet ter harte.

1 Samuël 4:20 Meaning and Commentary

1 Samuel 4:20

And about the time of her death
Which quickly came on after she was brought to bed:

the women that stood by her;
who were called to her labour, and assisted at it:

said unto her, fear not, for thou hast born a son;
perceiving that she was very low spirited, endeavoured to cheer and comfort her, by observing to her that the worst was over; and besides she had brought forth a man child, which was usually matter of joy to a family, and particularly to the woman that bears it, which causes her to forget the sorrows and pains she has gone through in bearing it, ( John 16:21 ) but she answered not, neither did she regard it; said not one word in answer to them, nor was the least affected with joy and pleasure at what they related to her; being not only a dying woman, on the borders of another world, and so had no relish for temporal enjoyments, but also overcome with grief with what had happened, not only to her family, but more especially to the ark of God.

1 Samuël 4:20 In-Context

18 En het geschiedde, als hij van de ark Gods vermeldde, zo viel hij achterwaarts van den stoel af, aan de zijde der poort, en brak den nek, en stierf; want de man was oud en zwaar; en hij richtte Israel veertig jaren.

19 En zijn schoondochter, de huisvrouw van Pinehas, was bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding hoorde, dat de ark Gods genomen was, en haar schoonvader gestorven was, en haar man, zo kromde zij zich, en baarde; want haar weeen overvielen haar.

20 En omtrent den tijd van haar sterven, zo spraken de vrouwen, die bij haar stonden: Vrees niet, want gij hebt een zoon gebaard. Doch zij antwoordde niet, en nam het niet ter harte.

21 En zij noemde het jongsken Ikabod, zeggende: De eer is weggevoerd uit Israel! Omdat de ark Gods gevankelijk weggevoerd was, en om haars schoonvaders en haars mans wil.

22 En zij zeide: De eer is gevankelijk weggevoerd uit Israel, want de ark Gods is genomen.