2 Koningen 5:1-6

1 Naaman nu, de krijgsoverste van den koning van Syrie, was een groot man voor het aangezicht zijns heren, en van hoog aanzien; want door hem had de HEERE den Syriers verlossing gegeven; zo was deze man een strijdbaar held, doch melaats.
2 En er waren benden uit Syrie getogen, en hadden een kleine jonge dochter uit het land van Israel gevankelijk gebracht, die in den dienst der huisvrouw van Naaman was.
3 Deze zeide tot haar vrouw: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet, die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen.
4 Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel is.
5 Toen zeide de koning van Syrie: Ga heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israel zenden. En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten zilvers, en zes duizend sikkelen gouds, en tien wisselklederen.
6 En hij bracht den brief tot den koning van Israel, zeggende: Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn, zie, ik heb mijn knecht Naaman tot u gezonden, dat gij hem ontledigt van zijn melaatsheid.

2 Koningen 5:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 5

This chapter gives an account of the leprosy of Naaman the Syrian, and of the cure of it by Elisha; how he came to hear of him, and the recommendation he had from the king of Syria to the king of Israel, 2Ki 5:1-8, who, coming to Elisha's house, was ordered to dip himself seven times in Jordan, which made him depart in wrath; but one of his servants persuaded him to do it, and he did, and was cured, 2Ki 5:9-14, upon which he returned to Elisha, and offered him a present, which he refused, 2Ki 5:15-19 but Gehazi, his servant, ran after him with a lie in his mouth, and obtained it, and returned to his master with another, for which he was smitten with the leprosy of Naaman, 2Ki 5:20-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.