Jesaja 62:1-7

1 Om Sions wil zal ik niet zwijgen, en om Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn; totdat haar gerechtigheid voortkome als een glans, en haar heil als een fakkel, die brandt.
2 En de heidenen zullen uw gerechtigheid zien, en alle koningen uw heerlijkheid; en gij zult met een nieuwen naam genoemd worden, welken des HEEREN mond uitdrukkelijk noemen zal.
3 En gij zult een sierlijke kroon zijn in de hand des HEEREN, en een koninklijke hoed in de hand uws Gods.
4 Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden: Het verwoeste; maar gij zult genoemd worden: Mijn lust is aan haar! en uw land: Het getrouwde; want de HEERE heeft een lust aan u, en uw land zal getrouwd worden.
5 Want gelijk een jongeling een jonkvrouw trouwt, alzo zullen uw kinderen u trouwen; en gelijk de bruidegom vrolijk is over de bruid, alzo zal uw God over u vrolijk zijn.
6 O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen!
7 En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle tot een lof op aarde.

Images for Jesaja 62:1-7

Jesaja 62:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 62

This chapter is a continuation of the prophecy of the glory of the church in the latter day. The prophet expresses his earnest desire for it, and his full assurance of it, Isa 62:1,2 which should lie in a new name, by which she should be called, and in her being a glorious crown and diadem in the hand of the Lord, Isa 62:3,4, in having her sons with her, and the Lord rejoicing over her, Isa 62:5, in having watchmen on her walls, and such as are the Lord's remembrancers in the midst of her, Isa 62:6,7, in plenty of food, Isa 62:8,9, in the coming of the Saviour, and in the gathering of elect Gentiles both to him and her, Isa 62:10-12.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.