Markus 1:1-11

1 Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, den Zone Gods.
2 Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal.
3 De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht.
4 Johannes was dopende in de woestijn, en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden.
5 En al het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden.
6 En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen en wilde honig.
7 En hij predikte, zeggende: Na mij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben, nederbukkende, den riem Zijner schoenen te ontbinden.
8 Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met den Heilige Geest.
9 En het geschiedde in diezelfde dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, gelegen in Galilea, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan.
10 En terstond als Hij uit het water opklom, zag Hij de hemelen opengaan, en den Geest, gelijk een duif, op Hem nederdalen.
11 En er geschiedde een stem uit de hemelen: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!

Markus 1:1-11 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO MARK

This is the title of the book, the subject of which is the Gospel; a joyful account of the ministry, miracles, actions, and sufferings of Christ: the writer of it was not one of the twelve apostles, but an evangelist; the same with John Mark, or John, whose surname was Mark: John was his Hebrew name, and Mark his Gentile name, Ac 12:12,25, and was Barnabas's sister's son, Col 4:10, his mother's name was Mary, Ac 12:12. The Apostle Peter calls him his son, 1Pe 5:13, if he is the same; and he is thought to have wrote his Gospel from him {a}, and by his order, and which was afterwards examined and approved by him {b} it is said to have been wrote originally in Latin, or in the Roman tongue: so say the Arabic and Persic versions at the beginning of it, and the Syriac version says the same at the end: but of this there is no evidence, any more, nor so much, as of Matthew's writing his Gospel in Hebrew. The old Latin copy of this, is a version from the Greek; it is most likely that it was originally written in Greek, as the rest of the New Testament.

{a} Papias apud Euseb. Hist. l. 3. c. 39. Tertull. adv. Marcion. l. 4. c. 5. {b} Hieron. Catalog. Script. Eccles. p. 91. sect. 18.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.