Numberi 31:12-22

12 Daarna brachten zij de gevangenen, en den buit, en den roof, tot Mozes en tot Eleazar, den priester, en tot de vergadering der kinderen Israels, in het leger, in de vlakke velden van Moab, dewelke zijn aan de Jordaan van Jericho.
13 Maar Mozes en Eleazar, de priester, en alle oversten der vergadering, gingen uit hen tegemoet, tot buiten voor het leger.
14 En Mozes werd grotelijks vertoornd tegen de bevelhebbers des heirs, de hoofdlieden der duizenden, en de hoofdlieden der honderden, die uit den strijd van dien oorlog kwamen.
15 En Mozes zeide tot hen: Hebt gij dan alle vrouwen laten leven?
16 Ziet, deze waren, door den raad van Bileam, den kinderen Israels, om oorzake der overtreding tegen den HEERE te geven, in de zaak van Peor; waardoor die plaag werd onder de vergadering des HEEREN.
17 Nu dan, doodt al wat mannelijk is onder de kinderkens; en doodt alle vrouw, die door bijligging des mans een man bekend heeft.
18 Doch al de kinderen van vrouwelijk geslacht, die de bijligging des mans niet bekend hebben, laat voor ulieden leven.
19 En gijlieden, legert u buiten het leger zeven dagen; een ieder, die een mens gedood, en een ieder, die een verslagene zult aangeroerd hebben, zult u op den derden dag en op den zevenden dag ontzondigen, gij en uw gevangenen.
20 Ook zult gij alle kleding, en alle gereedschap van vellen, en alle geiten haren werk, en gereedschap van hout, ontzondigen.
21 En Eleazar, de priester, zeide tot de krijgslieden, die tot dien strijd getogen waren: Dit is de inzetting der wet, die de HEERE Mozes geboden heeft.
22 Alleen het goud en het zilver, en het koper, het ijzer, het tin en het lood;

Numberi 31:12-22 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 31

This chapter contains an order to make war upon Midian, which was accordingly done, Nu 31:1-12, but Moses was wroth, because they saved the women alive, who, through the counsel of Balaam, had been the cause of sin, and of the plague for it in Israel, and therefore orders them, and the male children, to be slain, Nu 31:13-18, and then directs to the purification of the soldiers, their captives and spoil, Nu 31:19-24, and by the command of God an account is taken of the prey, and a division of it made between the soldiers and the congregation, and out of each part a tribute is levied for the Lord, Nu 31:25-31 and the sum of the whole booty is given, Nu 31:32-35 and of the part which belonged to the soldiers, and of the tribute given to the Lord, Nu 31:36-41 and of the part which belonged to the children of Israel, Nu 31:42-47 and besides the above tribute to the Lord, the officers made a voluntary oblation out of their spoil, both by way of gratitude for sparing their lives, and to make atonement for their souls, Nu 31:48-54.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.