Numberi 5:1-7

1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
2 Gebied den kinderen Israels, dat zij uit het leger wegzenden alle melaatsen, en alle vloeienden, en allen, die onrein zijn van een dode.
3 Van het mannelijke tot het vrouwelijke zult gij hen wegzenden; tot buiten het leger zult gij hen wegzenden; opdat zij niet verontreinigen hun legers, in welker midden Ik wone.
4 En de kinderen Israels deden alzo, en zonden hen tot buiten het leger; gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo deden de kinderen Israels.
5 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
6 Spreek tot de kinderen Israels: wanneer een man of een vrouw iets van enige menselijke zonden gedaan zullen hebben, overtreden hebbende door overtreding tegen den HEERE, zo is diezelve ziel schuldig.
7 En zij zullen hun zonde, welke zij gedaan hebben, belijden; daarna zal hij zijn schuld weder uitkeren, naar de hoofdsom daarvan, en derzelver vijfde deel zal hij daarboven toedoen, en zal het dien geven, aan wien hij zich verschuldigd heeft.

Numberi 5:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 5

This chapter contains a repetition of some former laws, concerning putting unclean persons out of the camp, Nu 5:1-4; making restitution in case of trespass against another, Nu 5:5-8; and of giving the offering of all holy things and all hallowed things to the priests, Nu 5:9,10; and a new law concerning jealousy, in a man, of his wife, Nu 5:11-14; when she was to be brought to the priest, and various rites and ceremonies to be used, Nu 5:15-23; who was to give her bitter water as a trial of her chastity, which, if guilty, would have a strange effect upon her, and make her accursed, but if not, would not affect her, and she would be free and happy, Nu 5:24-31.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.