Genesis 22:13-23

13 Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats.
14 En Abraham noemde den naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!
15 Toen riep de Engel des HEEREN tot Abraham ten tweeden male van den hemel;
16 En zeide: Ik zweer bij Mijzelven, spreekt de HEERE; daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt;
17 Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is; en uw zaad zal de poorten zijner vijanden erfelijk bezitten.
18 En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, naardien gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt.
19 Toen keerde Abraham weder tot zijn jongeren, en zij maakten zich op, en zij gingen samen naar Ber-seba; en Abraham woonde te Ber-seba.
20 En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham boodschapte, zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen gebaard:
21 Uz, zijn eerstgeborene, en Buz, zijn broeder, en Kemuel, de vader van Aram,
22 En Chesed, en Hazo, en Pildas, en Jidlaf, en Bethuel;
23 (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham.

Images for Genesis 22:13-23

Genesis 22:13-23 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 22

In this chapter we have an account of an order given by God to Abraham to sacrifice his son, Ge 22:1,2; of his readiness to obey the will of God, he immediately preparing everything for that purpose, Ge 22:3-10, of the order being reversed, and another sacrifice substituted in its room, which occasioned the giving a new name to the place where it was done, Ge 22:11-14; upon which the promise of special blessings, of a numerous offspring, and of the seed in whom all nations should be blessed, is renewed, Ge 22:15-18; after this Abraham returns to Beersheba, where he is informed of the increase of his brother Nahor's family, Ge 22:19-24.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.