Psalmen 77:7-17

7 Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:
8 Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?
9 Houdt Zijn goedertierenheid in eeuwigheid op? Heeft de toezegging een einde, van geslacht tot geslacht?
10 Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela.
11 Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de rechterhand des Allerhoogsten verandert.
12 Ik zal de daden des HEEREN gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;
13 En zal al Uw werken betrachten, en van Uw daden spreken.
14 O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk God?
15 Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de volken.
16 Gij hebt Uw volk door Uw arm verlost; de kinderen van Jakob en van Jozef. Sela.
17 De wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij beefden; ook waren de afgronden beroerd.

Images for Psalmen 77:7-17

Psalmen 77:7-17 Meaning and Commentary

To the chief Musician, to Jeduthun, A Psalm of Asaph. Jeduthun was the name of the chief musician, to whom this psalm was inscribed and sent; see 1 Chronicles 25:1, though Aben Ezra takes it to be the first word of some song, to the tune of which this was sung; and the Midrash interprets it of the subject of the psalm, which is followed by Jarchi, who explains it thus, "concerning the decrees and judgments which passed upon Israel;" that is, in the time of their present captivity, to which, as he, Kimchi, and Arama think, the whole psalm belongs. Some interpreters refer it to the affliction of the Jews in Babylon, so Theodoret; or under Ahasuerus, or Antiochus; and others to the great and last distress of the church under antichrist; though it seems to express the particular case of the psalmist, and which is common to other saints.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.