1 Koningen 17:10

10 Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke.

1 Koningen 17:10 Meaning and Commentary

1 Kings 17:10

So he arose, and went to Zarephath
Which, according to Bunting ^F6, was one hundred miles from the brook Cherith:

and when he came to the gate of the city, behold, the widow woman was
there gathering sticks:
perhaps out of an hedge just without the city this shows her to be a poor woman, who had no other way of coming at fuel but this, and no servant to fetch it for her: Bunting tells us, that now before the gate of the city there is showed a certain chapel, where they say Elias first spoke with the widow:

and he called to her, and said, fetch me, I pray thee, a little water
in a vessel, that I may drink;
being thirsty through travelling, and supposing this to be the woman he was directed to, made trial of her this way; some render it, "in this vessel" ^F7, which he had with him, and made use of at the brook Cherith.

---

FOOTNOTES:

F6 Ut supra, (Travels) p. 203.
F7 (ylkb) "in hoc vase", Junius & Tremellius, Piscator.

1 Koningen 17:10 In-Context

8 Toen geschiedde het woord des HEEREN tot hem, zeggende:

9 Maak u op, ga heen naar Zarfath, dat bij Sidon is, en woon aldaar; zie, Ik heb daar een weduwvrouw geboden, dat zij u onderhoude.

10 Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke.

11 Toen zij nu heenging om te halen, zo riep hij tot haar, en zeide: Haal mij toch ook een bete broods in uw hand.

12 Maar zij zeide: Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb, dan alleen een hand vol meels in de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar houten gelezen, en ik ga heen, en zal het voor mij en voor mijn zoon bereiden, dat wij het eten, en sterven.