1 Kronieken 2:21

21 Daarna ging Hezron in tot de dochter van Machir, den vader van Gilead, en hij nam ze, toen hij zestig jaren oud was; en zij baarde hem Segub.

1 Kronieken 2:21 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:21

And afterward Hezron went in to the daughter of Machir the
father of Gilead
Which Machir was the son of Manasseh, and Gilead was his grandson, ( Numbers 26:29 ) the Targum is,

``but he enticed a virgin, the daughter of Machir;''

which suggests, that he committed fornication with her, though he afterwards married her; her name is not mentioned; to me it seems to be Abiah, ( 1 Chronicles 2:24 ) and whom the Targum there calls the daughter of Machir:

whom he married when he was sixty years old;
the Targum is sixty six; this seems to be his last wife:

and she bare him Segub;
the same name with the youngest son of Hiel, who rebuilt Jericho, ( 1 Kings 16:34 ) .

1 Kronieken 2:21 In-Context

19 Als nu Azuba gestorven was, zo nam zich Kaleb Efrath, die baarde hem Hur.
20 En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel.
21 Daarna ging Hezron in tot de dochter van Machir, den vader van Gilead, en hij nam ze, toen hij zestig jaren oud was; en zij baarde hem Segub.
22 Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het land van Gilead.
23 En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige plaatsen, zestig steden. Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.