1 Kronieken 2:23

23 En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige plaatsen, zestig steden. Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.

1 Kronieken 2:23 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:23

And he took Geshur, and Aram, with the towns of Jair, from
them
Cities or countries which the Geshurites and Aramaeans, or Syrians, before inhabited; and which he took from them, together with other towns, which, being taken by him, were called after his name; the Targum is, the Geshurites and Aramaeans took the villages of Jair from them; that is, from the sons of Jair in later times; see ( Joshua 12:5 ) ( 13:13 )

with Kenath, and the towns thereof;
which Jair took by Nobah his general, and called it after his name, ( Numbers 32:42 ) , even sixty cities; see ( Deuteronomy 3:4-14 ) ( Joshua 13:30 )

all these belonged to the sons of Machir the father of Gilead:
being given him by Moses, ( Numbers 32:40 ) ( Deuteronomy 3:15 ) .

1 Kronieken 2:23 In-Context

21 Daarna ging Hezron in tot de dochter van Machir, den vader van Gilead, en hij nam ze, toen hij zestig jaren oud was; en zij baarde hem Segub.
22 Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het land van Gilead.
23 En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige plaatsen, zestig steden. Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.
24 En na den dood van Hezron, in Kaleb-Efratha, heeft Abia, Hezrons huisvrouw, hem ook gebaard Aschur, de vader van Thekoa.
25 De kinderen van Jerahmeel nu, den eerstgeborene van Hezron, waren deze: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren, en Ozem en Ahia.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.