1 Kronieken 26:13

13 En zij wierpen de loten, zo de kleinen als de groten, naar hun vaderlijke huizen, tot elke poort.

1 Kronieken 26:13 Meaning and Commentary

1 Chronicles 26:13

And they cast lots
To determine at which gate each should stand, who at this gate, and who at the other

as well the small as the great, according to the house of their
fathers, for every gate;
meaning, not little ones and grown persons in a family, but the smaller and poorer families, and the larger and richer ones, had their places assigned them at the several gates, as the lot directed; they did not go according to the dignity and precedence of their families, but according to lot.

1 Kronieken 26:13 In-Context

11 Hilkia was de tweede, Tebalja de derde, Zecharja de vierde; al de kinderen en broederen van Hosa waren dertien.
12 Uit dezen waren de verdelingen der poortiers onder de hoofden der mannen, tot de wachten tegen hun broederen, om te dienen in het huis des HEEREN.
13 En zij wierpen de loten, zo de kleinen als de groten, naar hun vaderlijke huizen, tot elke poort.
14 Het lot nu tegen het oosten viel op Salemja; maar voor zijn zoon Zecharja, die een verstandig raadsman was, wierp men de loten, en zijn lot is uitgekomen tegen het noorden;
15 Obed-Edom tegen het zuiden; en voor zijn kinderen het huis der schatkameren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.