1 Kronieken 26:26

26 Deze Selomith en zijn broederen waren over al de schatten der heilige dingen, die de koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen, de oversten over duizenden en honderden, en de oversten des heirs;

1 Kronieken 26:26 Meaning and Commentary

1 Chronicles 26:26

Which Shelomith
The last mentioned in the lineage from Eliezer, the younger son of Moses:

and his brethren;
or kinsmen:

were over all the treasures of the dedicated things;
which had been devoted for the service of God, and of the temple particularly:

which David the king had dedicated;
out of the spoils he took in war, see ( 2 Samuel 8:11 ) ,

the chief fathers;
princes of tribes, and heads of families:

the captains over thousands and hundreds;
in the several tribes of the kingdom, and were concerned in the administration of justice to the people:

and the captains of the host, had dedicated;
of the army, out of the spoils in victory that came to their share, see ( Numbers 31:48 Numbers 31:50 ) as follows.

1 Kronieken 26:26 In-Context

24 En Sebuel, de zoon van Gersom, den zoon van Mozes, was overste over de schatten.
25 Maar zijn broeders van Eliezer waren dezen: Rehabja was zijn zoon, en Jesaja zijn zoon, en Joram zijn zoon, en Zichri zijn zoon, en Selomith zijn zoon.
26 Deze Selomith en zijn broederen waren over al de schatten der heilige dingen, die de koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen, de oversten over duizenden en honderden, en de oversten des heirs;
27 Van de krijgen en van den buit hadden zij het geheiligd, om het huis des HEEREN te onderhouden.
28 Ook alles, wat Samuel, de ziener, geheiligd had, en Saul, de zoon van Kis, en Abner, de zoon van Ner, en Joab, de zoon van Zeruja; al wat iemand geheiligd had, was onder de hand van Selomith en zijn broederen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.