2 Koningen 9:32

32 En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen.

2 Koningen 9:32 Meaning and Commentary

2 Kings 9:32

And he lifted up his face to the window
On hearing the above words;

and said, who is on my side, who?
and will assist in taking vengeance on this haughty, imperious, and abusive woman:

and there looked out to him two or three eunuchs;
who used to wait on her, as such did on women of quality, and attend them in their bedchambers; these, by their looks, signified they were ready to do any thing Jehu should direct them, Jezebel having been, perhaps, a very cruel mistress to them, and so was hated by them; and they might hope, by pleasing Jehu, to be continued at court in their office.

2 Koningen 9:32 In-Context

30 En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit.
31 Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer?
32 En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen.
33 En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar.
34 Als hij nu ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu naar die vervloekte, en begraaf ze; want zij is eens konings dochter.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.