2 Koningen 9:30

30 En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit.

2 Koningen 9:30 Meaning and Commentary

2 Kings 9:30

And when Jehu was come to Jezreel, Jezebel heard of it
And of what he had done to Joram:

and she painted her face;
or put "stibium" on her eyes; a sort of paint, to make them look beautiful perhaps the same with powder of lead ore, the Moors now use to tinge their eyebrows with, and make them look black, which they reckon graceful, (See Gill on Ezekiel 23:40), this custom now obtains among the white Indians, who, to heighten the lustre of their complexion, and render their eyes more languishing, put a little black about them ^F14:

and tired her head;
dressed her head in the most elegant manner; not with a view to tempt Jehu, which she could not expect, being an aged woman; but for grandeur and majesty, and in the pride and haughtiness of her spirit, which she retained to the last, and resolved to keep up and show in her extremity and calamity:

and looked out at a window;
in a bravado, as fearless of Jehu, and to dash him out of countenance if she could; or she might hope, by such a graceful and majestic appearance she made, that he would be moved to spare her life; though this does not so well agree with what follows as the former.

---

FOOTNOTES:

F14 Agreement of Customs between East Indians and Jews, art. 15. p. 65.

2 Koningen 9:30 In-Context

28 En zijn knechten voerden hem naar Jeruzalem, en zij begroeven hem in zijn graf, bij zijn vaderen in de stad Davids.

29 In het elfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda.

30 En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit.

31 Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer?

32 En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen.