2 Koningen 9:33

33 En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar.

2 Koningen 9:33 Meaning and Commentary

2 Kings 9:33

And he said, throw her down
Out of the window upon the ground:

so they threw her down;
took her up, and cast her headlong, as they were bid:

and some of her blood was sprinkled on the wall;
of the palace where she was:

and on the horses;
which drew the chariot of Jehu:

and he trod her underfoot;
with his horses; according to Kimchi, her sentence, and so her death, was stoning, as a retaliation of Naboth; for stoning was done two ways, both by casting down persons on stones, and by casting stones upon them, (See Gill on Acts 7:58).

2 Koningen 9:33 In-Context

31 Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer?
32 En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen.
33 En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar.
34 Als hij nu ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu naar die vervloekte, en begraaf ze; want zij is eens konings dochter.
35 En zij gingen heen om haar te begraven; doch zij vonden niet van haar, dan het bekkeneel, en de voeten, en de palmen harer handen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.