2 Koningen 9:34

34 Als hij nu ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu naar die vervloekte, en begraaf ze; want zij is eens konings dochter.

2 Koningen 9:34 Meaning and Commentary

2 Kings 9:34

And when he was come in
To the palace:

he did eat and drink;
to refresh himself after so long a march, and doing such execution:

and said, go see now this cursed woman;
who had been the means of bringing a curse on Israel through her idolatry, and upon Ahab and his family, and upon herself, body and soul, being cursed of God and of men:

and bury her;
forgetting the prophecy concerning her, though afterwards he remembered it:

for she is a king's daughter:
the daughter of Ethbaal king of the Zidonians, ( 1 Kings 16:31 ) and therefore, in honour to royal dignity, though a cursed woman, he ordered the interment of her; or "though" she is the daughter of one of the kings of the nations of the world, as Kimchi, yet honour must be given to whom it is due.

2 Koningen 9:34 In-Context

32 En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen.
33 En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar.
34 Als hij nu ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu naar die vervloekte, en begraaf ze; want zij is eens konings dochter.
35 En zij gingen heen om haar te begraven; doch zij vonden niet van haar, dan het bekkeneel, en de voeten, en de palmen harer handen.
36 Toen kwamen zij weder, en gaven het hem te kennen, en hij zeide: Dit is het woord des HEEREN, dat Hij gesproken heeft door den dienst van Zijn knecht Elia, den Thisbiet, zeggende: Op het stuk lands van Jizreel zullen de honden het vlees van Izebel eten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.