2 Kronieken 31:8

8 Toen nu Jehizkia en de vorsten kwamen en die hopen zagen, zegenden zij den HEERE en Zijn volk Israel.

2 Kronieken 31:8 Meaning and Commentary

2 Chronicles 31:8

And when Hezekiah and the princes came and saw the heaps,
&c.] Of the tithes and firstfruits:

they blessed the Lord;
for the great increase of the fruits of the earth, and for making the people so willing to bring in the dues to the priests and Levites:

and his people Israel;
wished all happiness and prosperity to them, being found in the way of their duty.

2 Kronieken 31:8 In-Context

6 En de kinderen van Israel en Juda, die in de steden van Juda woonden, brachten ook tienden der runderen en der schapen, en tienden der heilige dingen, die den HEERE, hun God, geheiligd waren, en maakten vele hopen.
7 In de derde maand begonnen zij den grond van die hopen te leggen, en in de zevende maand voleindden zij.
8 Toen nu Jehizkia en de vorsten kwamen en die hopen zagen, zegenden zij den HEERE en Zijn volk Israel.
9 En Jehizkia ondervraagde de priesteren en de Levieten aangaande die hopen.
10 En Azaria, de hoofdpriester, van het huis van Zadok, sprak tot hem en zeide: Van dat men deze heffing begonnen heeft tot het huis des HEEREN te brengen, is er te eten geweest en verzadigd te worden, ja, over te houden tot overvloed toe; want de HEERE heeft Zijn volk gezegend, zodat deze veelheid overgebleven is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.