Deuteronomium 11:26

26 Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek:

Deuteronomium 11:26 Meaning and Commentary

Deuteronomy 11:26

Behold, I set before you this day a blessing and a curse
Meaning the law of God, and the statutes, judgments, and commandments of it; which, if obeyed, blessings would be bestowed upon them; but if disobeyed, they would be liable to the curses of it, as the following words explain it; see ( Deuteronomy 30:15-19 ) everyone of the Israelites were called upon to see and consider this matter, it being an interesting one to them all.

Deuteronomium 11:26 In-Context

24 Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn.
25 Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.
26 Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek:
27 Den zegen, wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede;
28 Maar den vloek, zo gij niet horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, en afwijkt van den weg, dien ik u heden gebiede, om andere goden na te wandelen, die gij niet gekend hebt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.