Deuteronomium 2:32

32 En Sihon toog uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde, naar Jahaz.

Deuteronomium 2:32 Meaning and Commentary

Deuteronomy 2:32

Then Sihon came out against us
Perceiving they were upon their march towards his land or into it, he gathered all his people and went out of Heshbon their capital city, where he resided:

he and all his people, to fight at Jahaz;
a city which he had taken from the king of Moab, and which in later times, after the captivity of the ten tribes, came into their hands again, ( Isaiah 15:4 ) ( Jeremiah 48:21 ) , (See Gill on Numbers 21:21).

Deuteronomium 2:32 In-Context

30 Maar Sihon, de koning van Hesbon, wilde ons door hetzelve niet laten doortrekken; want de HEERE,, uw God, verhardde zijn geest, en verstokte zijn hart, opdat Hij hem in uw hand gave, gelijk het is te dezen dage.
31 En de HEERE zeide tot mij: Zie, Ik heb begonnen Sihon en zijn land voor uw aangezicht te geven; begin dan te erven, om zijn land erfelijk te bezitten.
32 En Sihon toog uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde, naar Jahaz.
33 En de HEERE, onze God, gaf hem voor ons aangezicht; en wij sloegen hem, en zijn zonen, en al zijn volk.
34 En wij namen te dier tijd al zijn steden in, en wij verbanden alle steden, mannen, en vrouwen, en kinderkens; wij lieten niemand overblijven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.