Deuteronomium 8:11

11 Wacht u, dat gij den HEERE, uw God, niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede;

Deuteronomium 8:11 Meaning and Commentary

Deuteronomy 8:11

Beware that thou forget not the Lord thy God
The Father of mercies and fountain of goodness, the author and donor of every good and perfect gift. Plenty is apt to induce a forgetfulness of God, when on the contrary one would think it should keep him in continual remembrance, and engage to daily thankfulness to him:

in not keeping his commandments, and his judgments, and his statutes,
which I command thee this day;
gave a repetition of, and in the name of God afresh enjoined them, even laws moral, ceremonial, and judicial, which, when not observed, God is forgotten.

Deuteronomium 8:11 In-Context

9 Een land, waarin gij brood zonder schaarsheid eten zult, waarin u niets ontbreken zal; een land, welks stenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult.
10 Als gij dan zult gegeten hebben, en verzadigd zijn, zo zult gij den HEERE, uw God, loven over dat goede land, dat Hij u zal hebben gegeven.
11 Wacht u, dat gij den HEERE, uw God, niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede;
12 Opdat niet misschien, als gij zult gegeten hebben, en verzadigd zijn, en goede huizen gebouwd hebben, en die bewonen,
13 En uw runderen en uw schapen zullen vermeerderd zijn, ook zilver en goud u zal vermeerderd zijn, ja, al wat gij hebt vermeerderd zal zijn;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.