Ezechiël 18:17

17 Zijn hand van den ellendige afhoudt, geen woeker noch overwinst neemt, Mijn rechten doet, en in Mijn inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal gewisselijk leven.

Ezechiël 18:17 Meaning and Commentary

Ezekiel 18:17

[That] hath taken off his hand from the poor
When he perceived it lay heavy upon him, withdrew it from hurting him, and forbore to do it when it was in his power, and perhaps eased him of the hardships his father had laid upon him; which was very kind and humane: [that] hath not received usury nor increase; (See Gill on Ezekiel 18:8); hath executed my judgments, hath walked in my statutes;
had not only negative, but positive holiness: not only abstained from things sinful, but did that which was just and right, both with respect to God and man; observed the worship of God, and did justice to mankind: he shall not die for the iniquity of his father;
or be punished for his father's sins, with sword, famine, pestilence, or captivity; shall not die a corporeal death, and much less eternal death, on that account: he shall surely live;
in his own land, and in the enjoyment of the good things of life; and having the grace and fear of God, and acting from gracious principles, with a view to the glory of God, he shall live eternally, though the son of a wicked man.

Ezechiël 18:17 In-Context

15 Niet eet op de bergen, noch zijn ogen opheft tot de drekgoden van het huis Israels, de huisvrouw zijns naasten niet verontreinigt;
16 En niemand verdrukt, het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt;
17 Zijn hand van den ellendige afhoudt, geen woeker noch overwinst neemt, Mijn rechten doet, en in Mijn inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal gewisselijk leven.
18 Zijn vader, dewijl hij met onderdrukking onderdrukt heeft, des broeders goed geroofd heeft, en gedaan heeft, dat niet goed was in het midden zijner volken; ziet daar, hij zal sterven in zijn ongerechtigheid.
19 Maar gijlieden zegt: Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon, die recht en gerechtigheid gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk leven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.