Genesis 24:38

38 Maar gij zult trekken naar het huis mijns vaders, en naar mijn geslacht, en zult voor mijn zoon een vrouw nemen!

Genesis 24:38 Meaning and Commentary

Genesis 24:38

But thou shalt go unto my father's house, and to my kindred,
and take a wife unto my son. (See Gill on Genesis 24:4).

Genesis 24:38 In-Context

36 En Sara, de huisvrouw van mijn heer, heeft mijn heer een zoon gebaard, nadat zij oud geworden was; en hij heeft hem gegeven alles, wat hij heeft.
37 En mijn heer heeft mij doen zweren, zeggende: Gij zult voor mijn zoon geen vrouw nemen van de dochteren der Kanaanieten, in welker land ik wone;
38 Maar gij zult trekken naar het huis mijns vaders, en naar mijn geslacht, en zult voor mijn zoon een vrouw nemen!
39 Toen zeide ik tot mijn heer: Misschien zal mij de vrouw niet volgen.
40 En hij zeide tot mij: De HEERE, voor Wiens aangezicht ik gewandeld heb, zal Zijn Engel met u zenden, en Hij zal uw weg voorspoedig maken, dat gij voor mijn zoon een vrouw neemt, uit mijn geslacht en uit mijns vaders huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.