Genesis 24:36

36 En Sara, de huisvrouw van mijn heer, heeft mijn heer een zoon gebaard, nadat zij oud geworden was; en hij heeft hem gegeven alles, wat hij heeft.

Genesis 24:36 Meaning and Commentary

Genesis 24:36

And Sarah, my master's wife
Who must be well known to this family, by name at least, being, as is generally supposed, the sister of Milcah, Nahor's wife, and Bethuel's mother; the same bare a son to my master when she was old;
even when ninety years of age, ( Genesis 17:17 ) ; this is mentioned because it was an extraordinary thing, and an instance of divine power and of the favour of God; and this son of their old age must be very dear unto Abraham, as it follows: and unto him hath he given all that he hath;
by his will: Jarchi says, the servant had now the schedule of all in his hands, which he showed; but this is mere conjecture.

Genesis 24:36 In-Context

34 Toen zeide hij: Ik ben een knecht van Abraham;
35 En de HEERE heeft mijn heer zeer gezegend, zodat hij groot geworden is; en Hij heeft hem gegeven schapen, en runderen, en zilver, en goud, en knechten, en maagden, en kemelen, en ezelen.
36 En Sara, de huisvrouw van mijn heer, heeft mijn heer een zoon gebaard, nadat zij oud geworden was; en hij heeft hem gegeven alles, wat hij heeft.
37 En mijn heer heeft mij doen zweren, zeggende: Gij zult voor mijn zoon geen vrouw nemen van de dochteren der Kanaanieten, in welker land ik wone;
38 Maar gij zult trekken naar het huis mijns vaders, en naar mijn geslacht, en zult voor mijn zoon een vrouw nemen!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.