Genesis 41:51

51 En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, zeide hij, God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders.

Genesis 41:51 Meaning and Commentary

Genesis 41:51

And Joseph called the name of the firstborn Manasseh
Which signifies forgetfulness, as the reason of it shows: for God, [said he], hath made me forget all my toil, and all my
father's house;
all his toil and labour in Potiphar's house, and especially in the prison; and all the injuries his brethren had done him; all this he was made to forget by the grandeur and honour, wealth and riches, power and authority he was possessed of; and indeed he had so much business upon his hands, that he had scarce time to think of his father, and his family.

Genesis 41:51 In-Context

49 Alzo bracht Jozef zeer veel koren bijeen, als het zand der zee, totdat men ophield te tellen: want daarvan was geen getal.
50 En Jozef werden twee zonen geboren, eer er een jaar des hongers aankwam, die Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, hem baarde.
51 En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, zeide hij, God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders.
52 En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, zeide hij, God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking.
53 Toen eindigden de zeven jaren des overvloeds, die in Egypte geweest was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.