Genesis 41:52

52 En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, zeide hij, God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking.

Genesis 41:52 Meaning and Commentary

Genesis 41:52

And the name of the second called he Ephraim
Which signifies fruits or fruitfulness; and being of the dual number, may intend both his spiritual and temporal fruitfulness God had blessed him with: for God hath caused me to be fruitful in the land of my affliction;
in the land of Egypt, where he had been long afflicted, even for the space of thirteen years, more or less, in his master's house, and in the prison; but God had made him fruitful in grace and good works, in holiness, humility and oftentimes afflictive seasons are the most fruitful ones in this sense. God also bestowed great gifts upon him, as skill in the interpretation of dreams, wisdom in political affairs, a large abundance of wealth, and riches, honour and glory; to which may be added, the fruit of his body, his two children.

Genesis 41:52 In-Context

50 En Jozef werden twee zonen geboren, eer er een jaar des hongers aankwam, die Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, hem baarde.

51 En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, zeide hij, God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders.

52 En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, zeide hij, God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking.

53 Toen eindigden de zeven jaren des overvloeds, die in Egypte geweest was.

54 En de zeven jaren des hongers begonnen aan te komen, gelijk als Jozef gezegd had. En er was honger in al de landen; maar in gans Egypteland was brood.