Handelingen 26:17

17 Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende;

Handelingen 26:17 Meaning and Commentary

Acts 26:17

Delivering thee from the people
That is, the people of the Jews, as they are distinguished from the Gentiles; and so the Syriac version, and two of Beza's copies, and two of Stephens's, read; for the Lord knew, that as soon as ever Saul was converted and professed his name, and preached his Gospel, the people of the Jews would immediately become his implacable enemies, and seek to destroy him; wherefore he promises him before hand deliverance, and security from them:

and from the Gentiles, unto whom now I send thee;
to both Jews and Gentiles; to the Jews first, and then to the Gentiles; which method the apostle observed, and which course he steered, until the Jews put away the Gospel from them; and then he turned to the Gentiles, to whom he chiefly preached, as their apostle, and was saved from many dangers among them, as is here promised.

Handelingen 26:17 In-Context

15 En ik zeide: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt.
16 Maar richt u op, en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke Ik u nog zal verschijnen;
17 Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende;
18 Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij.
19 Daarom, o koning Agrippa, ben ik dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam geweest;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.