Jeremia 6:13

13 Want van hun kleinste aan tot hun grootste toe pleegt een ieder van hen gierigheid, en van den profeet aan tot den priester toe bedrijft een ieder van hen valsheid.

Jeremia 6:13 Meaning and Commentary

Jeremiah 6:13

For from the least of them even unto the greatest of them,
&c.] From the least in age to the oldest among them; or rather, from persons of the lowest class of life, and in the meanest circumstances, to those that are in the highest places of trust and honour, and are in the greatest affluence of riches and wealth; so that as men of every age and station had sinned, old and young, high and low, rich and poor, it was but just and right that they should all share in the common calamity: everyone is given to covetousness;
which is mentioned particularly, and instead of other sins, it being the root of evil, and was the prevailing sin among them: from the prophet even unto the priest everyone dealeth falsely;
the false prophet, as Kimchi interprets it, and so the Septuagint and other versions; and the priest of Baal, as the same interpreter; both acted deceitfully; the one in prophesying lies to the people, the other in drawing them off from the pure worship of God. The Targum is,

``from the scribe to the priest;''
from the lowest order of teachers to the highest in ecclesiastical office. The whole shows a most general and dreadful corruption.

Jeremia 6:13 In-Context

11 Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid, ik ben moede geworden van inhouden; ik zal ze uitstorten over de kinderkens op de straat, en over de vergadering der jongelingen te zamen; want zelfs de man met de vrouw zullen gevangen worden, de oude met dien, die vol is van dagen.
12 En hun huizen zullen omgewend worden tot anderen, met te zamen de akkers en vrouwen; want Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen de inwoners dezes lands, spreekt de HEERE.
13 Want van hun kleinste aan tot hun grootste toe pleegt een ieder van hen gierigheid, en van den profeet aan tot den priester toe bedrijft een ieder van hen valsheid.
14 En zij genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het lichtste, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede.
15 Zijn zij beschaamd, omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in het minste niet, weten ook niet van schaamrood te maken; daarom zullen zij vallen onder de vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen zij struikelen, zegt de HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.