Job 4:13

13 Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;

Job 4:13 Meaning and Commentary

Job 4:13

In thoughts from the visions of the night
While Eliphaz was thinking of and meditating upon divine things, or while he was revolving in his mind some night visions he had, before this was made unto him, see ( Daniel 2:29 ) ; in meditation the Lord is often pleased to make known more of his mind and will to his people; and this is one way in which he was wont to do it in former times, in a vision either in the day, as sometimes, or in the night, as at others, and as here, see ( Numbers 12:6 ) ;

when deep sleep falleth on men;
on sorrowful men, as Mr. Broughton renders it; such who have been laborious all the day, and getting their bread with sorrow and trouble, and are weary; who as soon as they lie down fall asleep, and sleep falls on them, and to such it is sweet, as the wise man says, ( Ecclesiastes 5:12 ) ; now it was at such a time when men ordinarily and commonly are asleep that this vision was had.

Job 4:13 In-Context

11 De oude leeuw vergaat, omdat er geen roof is, en de jongens eens oudachtigen leeuws worden verstrooid.

12 Voorts is tot mij een woord heimelijk gebracht, en mijn oor heeft een weinigje daarvan gevat;

13 Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;

14 Kwam mij schrik en beving over, en verschrikte de veelheid mijner beenderen.

15 Toen ging voorbij mijn aangezicht een geest; hij deed het haar mijns vleses te berge rijzen.