Nehemia 2:9

9 Toen kwam ik tot de landvoogden aan gene zijde der rivier, en gaf hun de brieven des konings. En de koning had oversten des heirs en ruiteren met mij gezonden.

Nehemia 2:9 Meaning and Commentary

Nehemiah 2:9

Then I came to the governors beyond the river
Who these governors were, whether the same who were in the second year of this king's reign eighteen years ago, Tatnai and Shetharboznai, is not certain:

now the king had sent captains of the army and horsemen with me;
both to do him honour, and for his safety; and coming thus attended, must serve to recommend him to the governor, who received him from them at the river Euphrates, and conducted him to Judah.

Nehemia 2:9 In-Context

7 Voorts zeide ik tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn;
8 Ook een brief aan Asaf, den bewaarder van den lusthof, denwelken de koning heeft, dat hij mij hout geve om te zolderen de poorten van het paleis, dat aan het huis is, en tot de stadsmuur, en tot het huis, waar ik intrekken zal. En de koning gaf ze mij, naar de goede hand mijns Gods over mij.
9 Toen kwam ik tot de landvoogden aan gene zijde der rivier, en gaf hun de brieven des konings. En de koning had oversten des heirs en ruiteren met mij gezonden.
10 Toen nu Sanballat, de Horoniet, en Tobia, de Ammonietische knecht dat hoorden, mishaagde het hun met groot mishagen, dat er een mens gekomen was, om wat goeds te zoeken voor de kinderen Israels.
11 En ik kwam te Jeruzalem, en was daar drie dagen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.