Nehemia 8:3

3 En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.

Nehemia 8:3 Meaning and Commentary

Nehemiah 8:3

And he read therein
Some passages in it, here and there, which it was necessary the people should have knowledge of; for it can hardly be thought be began and read on just in the order in which it was: this he did

before the street;
at the top of it, at one end of it:

that was before the water gate;
which looked directly to that:

from the morning until midday;
from the rising of the sun to noon, so that he must read six hours; but very probably was relieved at times by the men with him, after mentioned:

before the men and the women, and those that could understand;
see ( Nehemiah 8:2 ) ,

and the ears of all the people were attentive unto the book of the law;
to the hearing of it read, and to the things contained in it; hence Maimonides F8 gathers, that as soon as the reader begins the reading of the law, it is not lawful to speak about anything, not even the constitutions of the law, but silently to attend to what is read.


FOOTNOTES:

F8 Hilchot Tephillah, c. 12. sect. 9.

Nehemia 8:3 In-Context

1 Als nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in hun steden waren,
2 Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel geboden had.
3 En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.
4 En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het morgen licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks waren naar het wetboek.
5 En Ezra, de schriftgeleerde, stond op een hogen houten stoel, dien zij tot die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; en aan zijn linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja en Mesullam.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.