Psalmen 120:1

1 Een lied op Hammaaloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord.

Psalmen 120:1 Meaning and Commentary

Psalms 120:1

In my distress I cried unto the Lord
Being at a distance from his own country, or, however, from the house of God; persecuted by men, under the lash of their tongues; reproached, abused, and belied by them: in this his case and circumstances, he betook himself by prayer to the Lord, and importuned help and deliverance of him, knowing that none could help him as he; see ( Psalms 18:6 ) ;

and he heard me;
answered him, and delivered him. The petition he put up follows, which shows his case, and his particular distress.

Psalmen 120:1 In-Context

1 Een lied op Hammaaloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord.

2 O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong.

3 Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen?

4 Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen.

5 O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone.