Richtere 20:9

9 Maar nu, dit is de zaak, die wij aan Gibea zullen doen: tegen haar bij het lot!

Richtere 20:9 Meaning and Commentary

Judges 20:9

But now this shall be the thing which we will do to Gibeah,
&c.] Where the fact was done; what follows was proposed by some, and unanimously agreed to by all:

we will go up by lot against it;
cast lots who shall go up to it and demand satisfaction for the offence committed; and if denied, to act in an hostile manner against it.

Richtere 20:9 In-Context

7 Ziet, gij allen zijt kinderen Israels, geeft hier voor ulieden woord en raad!
8 Toen maakte zich al het volk op, als een enig man, zeggende: Wij zullen niet gaan, een ieder naar zijn tent, noch wijken, een ieder naar zijn huis.
9 Maar nu, dit is de zaak, die wij aan Gibea zullen doen: tegen haar bij het lot!
10 En wij zullen tien mannen nemen van honderd, van alle stammen Israels, en honderd van duizend, en duizend van tienduizend, om teerkost te nemen voor het volk, opdat zij, komende te Gibea-Benjamins, haar doen naar al de dwaasheid, die zij in Israel gedaan heeft.
11 Alzo werden alle mannen van Israel verzameld tot deze stad, verbonden als een enig man.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.