Richtere 20:8

8 Toen maakte zich al het volk op, als een enig man, zeggende: Wij zullen niet gaan, een ieder naar zijn tent, noch wijken, een ieder naar zijn huis.

Richtere 20:8 Meaning and Commentary

Judges 20:8

And all the people arose as one man
Either the heads of the people assembled in council, all agreed unanimously in one vote or resolution, or all the 400,000 men were of the same mind, when the case was reported to them:

saying, we will not any of us go to his tent, neither will we any of us
turn into his house;
that is, they would not return home, to take one nights rest in their houses, or attend to the business of their callings or to any affair of life, however urgent, till satisfaction was made for the evil committed.

Richtere 20:8 In-Context

6 Toen greep ik mijn bijwijf, en deelde haar, en zond haar in het ganse land der erfenis van Israel, omdat zij een schandelijke daad en dwaasheid in Israel gedaan hadden.
7 Ziet, gij allen zijt kinderen Israels, geeft hier voor ulieden woord en raad!
8 Toen maakte zich al het volk op, als een enig man, zeggende: Wij zullen niet gaan, een ieder naar zijn tent, noch wijken, een ieder naar zijn huis.
9 Maar nu, dit is de zaak, die wij aan Gibea zullen doen: tegen haar bij het lot!
10 En wij zullen tien mannen nemen van honderd, van alle stammen Israels, en honderd van duizend, en duizend van tienduizend, om teerkost te nemen voor het volk, opdat zij, komende te Gibea-Benjamins, haar doen naar al de dwaasheid, die zij in Israel gedaan heeft.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.