Genesis 23:9-19

9 Dat hij mij geve de spelonk van Machpela, die hij heeft, die in het einde van zijn akker is, dat hij dezelve mij om het volle geld geve, tot een erfbegrafenis in het midden van u.
10 Efron nu zat in het midden van de zonen Heths; en Efron de Hethiet antwoordde Abraham, voor de oren van de zonen Heths, van al degenen, die ter poorte zijner stad ingingen, zeggende:
11 Neen, mijn heer! hoor mij; den akker geef ik u; ook de spelonk, die daarin is, die geef ik u; voor de ogen van de zonen mijns volks geef ik u die; begraaf uw dode.
12 Toen boog zich Abraham neder voor het aangezicht van het volk des lands;
13 En hij sprak tot Efron, voor de oren van het volk des lands, zeggende: Trouwens, zijt gij het? lieve, hoor mij; ik zal het geld des akkers geven; neem het van mij, zo zal ik mijn dode aldaar begraven.
14 En Efron antwoordde Abraham, zeggende tot hem
15 Mijn heer! hoor mij; een land van vierhonderd sikkelen zilvers, wat is dat tussen mij en tussen u? begraaf slechts uw dode.
16 En Abraham luisterde naar Efron; en Abraham woog Efron het geld, waarvan hij gesproken had voor de oren van de zonen Heths, vierhonderd sikkelen zilvers, onder den koopman gangbaar.
17 Alzo werd de akker van Efron, die in Machpela was, dat tegenover Mamre lag, de akker en de spelonk, die daarin was, en al het geboomte, dat op den akker stond, dat rondom in zijn ganse landpale was gevestigd,
18 Aan Abraham tot een bezitting, voor de ogen van de zonen Heths, bij allen, die tot zijn stadspoort ingingen.
19 En daarna begroef Abraham zijn huisvrouw Sara in de spelonk des akkers van Machpela, tegenover Mamre, hetwelk is Hebron, in het land Kanaan

Genesis 23:9-19 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 23

This chapter treats of the age, death, and funeral of Sarah, and the place of her interment: of her age, Ge 23:1; of her death, Ge 23:2; of the motion Abraham made to the sons of Heth, to obtain a burial place among them, Ge 23:3,4; of the answer of them to him, giving him leave to bury in any of their sepulchres, Ge 23:5,6; of a second motion of his to them, to use their interest with Ephron the Hittite, to let him have the cave of Machpelah for the above purpose, Ge 23:7-9; of Ephron's consent unto it, Ge 23:10,11; of the purchase Abraham made of it for four hundred shekels of silver, Ge 23:12-16; and of its being secured unto him, which he interred Sarah his wife, Ge 23:17-20.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.