Genesis 23:10

10 Efron nu zat in het midden van de zonen Heths; en Efron de Hethiet antwoordde Abraham, voor de oren van de zonen Heths, van al degenen, die ter poorte zijner stad ingingen, zeggende:

Genesis 23:10 Meaning and Commentary

Genesis 23:10

And Ephron dwelt among the children of Heth
Or "sat" F2 among them, in the present assembly of them; and, according to Jarchi, as their president for the time on this occasion; but if so, Abraham would have directed his speech to him: however, he was upon the spot, as appears from what follows, and Ephron the Hittite answered Abraham in the audience of the
children of Heth;
he rose up in the assembly upon the mention of his name, and in the hearing of the rest of the princes gave an answer himself to Abraham's request: [even] of all that went in at the gates of his city;
the city of Kirjatharba, afterwards called Hebron, ( Genesis 23:2 ) , where he was born, or however where he now lived; and perhaps it, or the greater part of it, was his possession and property: it was now at one of the gates of this city, where the assembly of the princes was held; it being usual to hold assemblies on any business, or courts of judicature, in such places, they being public, where multitudes resorted, or were continually passing and repassing, and so had the opportunity of hearing, and of being witnesses: saying;
as follows:


FOOTNOTES:

F2 (bvy) , (ekayhto) Sept. "sedens", Montanus; "sedebat", Junius & Tremellius, Piscator, Drusius, Schmidt.

Genesis 23:10 In-Context

8 En hij sprak met hen, zeggende: Is het met uw wil, dat ik mijn dode begrave van voor mijn aangezicht; zo hoort mij, en spreekt voor mij bij Efron, den zoon van Zohar,
9 Dat hij mij geve de spelonk van Machpela, die hij heeft, die in het einde van zijn akker is, dat hij dezelve mij om het volle geld geve, tot een erfbegrafenis in het midden van u.
10 Efron nu zat in het midden van de zonen Heths; en Efron de Hethiet antwoordde Abraham, voor de oren van de zonen Heths, van al degenen, die ter poorte zijner stad ingingen, zeggende:
11 Neen, mijn heer! hoor mij; den akker geef ik u; ook de spelonk, die daarin is, die geef ik u; voor de ogen van de zonen mijns volks geef ik u die; begraaf uw dode.
12 Toen boog zich Abraham neder voor het aangezicht van het volk des lands;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.