Jesaja 44:18-28

18 Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan.
19 En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?
20 Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand?
21 Gedenk aan deze dingen, o Jakob, en Israel! Want gij zijt Mijn knecht, Ik heb u geformeerd; gij zijt Mijn knecht, Israel, gij zult van Mij niet vergeten worden.
22 Ik delg uw overtredingen uit als een nevel, en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost.
23 Zingt met vreugde, gij hemelen! want de HEERE heeft het gedaan; juicht, gij benedenste delen der aarde! gij bergen! maakt een groot gedreun met vreugdegezang, gij bossen, en alle geboomte daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost, en Zich heerlijk gemaakt in Israel.
24 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, en die u geformeerd heeft van den buik af: Ik ben de HEERE, Die alles doet, Die den hemel uitbreidt, Ik alleen, en Die de aarde uitspant door Mijzelven;
25 Die de tekenen der leugendichters vernietigt, en de waarzeggers dol maakt; Die de wijzen achterwaarts doet keren, en Die hun wetenschap verdwaast;
26 Die het woord Zijns knechts bevestigt, en den raad Zijner boden volbrengt; Die tot Jeruzalem zegt: Gij zult bewoond worden; en tot de steden van Juda: Gij zult herbouwd worden, en Ik zal haar verwoeste plaatsen oprichten.
27 Die tot de diepte zegt: Verdroog, en uw rivieren zal Ik verdrogen.
28 Die van Cores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen volbrengen; zeggende ook tot Jeruzalem: Word gebouwd; en tot den tempel: Word gegrond.

Images for Jesaja 44:18-28

Jesaja 44:18-28 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 44

In this chapter the Lord comforts his people with the promise of the effusion of his Spirit, and the blessings of his grace upon them; the consequence of which would be fruitfulness in them, and the conversion of others, who should profess themselves the Lord's people, Isa 44:1-5, he proves his deity in opposition to all false gods from his eternity, omniscience, and foretelling future events, Isa 44:6-8, exposes the stupidity of idol makers and the worshippers of them, Isa 44:9-20, makes gracious promises of the remembrance of his people, the remission of their sins, and their redemption by Christ, Isa 44:21-23, of which redemption from Babylon was a type; and of that assurance is given, from the Lord's creating all things by his power; from his frustrating and infatuating diviners and wise men; from his fulfilling his predictions delivered by his prophets; and from his mentioning by name the instrument of their redemption, Cyrus, Isa 44:24-28, which makes way for a particular prophecy concerning him in the next chapter.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.