Jesaja 9:1-7

1 Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen.

2 Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, maar Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen nochtans blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt.

3 Want het juk van hun last, en den stok hunner schouders, en den staf desgenen, die hen dreef, hebt Gij verbroken, gelijk ten dage der Midianieten;

4 Toen de ganse strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed gewenteld en verbrand werden, tot een voedsel des vuurs.

5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;

6 Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.

7 De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israel.

Jesaja 9:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 9

This chapter contains a prophecy, partly of comfort to the church and people of God, against the calamities predicted in the preceding chapter Isa 8:1-22; and partly of punishment, to be inflicted upon the ungodly Israelites by their enemies. The comfort promised arises from the appearance of Christ, the great light, in some certain places of the land mentioned, said before to be afflicted, Isa 9:1,2 which would occasion a joy among them; illustrated by some similes, by the joy in harvest, and at the dividing of spoils, Isa 9:3 the cause of which is a deliverance from a burdensome yoke of tyranny and bondage, wrought in like manner as that by Gideon formerly; different from all other salvations, which are usually obtained with noise and blood, Isa 9:4,5 the author of which is the Messiah; who is described by his birth as man, and by his divine sonship as God; or by his person, having two natures united in him; and by the government devolved on him; and by his several names, which express the greatness and glory of his person and office; and by the increase and administration of his government, Isa 9:6,7 then follows a denunciation of judgment on Israel, Isa 9:8 the instruments of which are pointed at, Isa 9:11,12, and the persons described that should suffer, high and low, rich and poor, young and old, Isa 9:14,15,17 the reasons of it, their making light of former corrections, Isa 9:9,10 their impenitence and hardness under chastenings, Isa 9:13 their going astray by means of their leaders; and their hypocrisy and wickedness, Isa 9:16-18 all which would occasion the wrath of God to burn against them, and consume them, Isa 9:18,19 yea, through hunger and want of provisions, should destroy one another, Isa 9:20,21.