Jesaja 9:4

4 Toen de ganse strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed gewenteld en verbrand werden, tot een voedsel des vuurs.

Jesaja 9:4 Meaning and Commentary

Isaiah 9:4

For thou hast broken the yoke of his burden
Of Galilee, of the nation multiplied, of the spiritual inhabitants of it, whose joy was increased; and this is one reason of it, because they were delivered by the Lord from the burdensome yoke of the ceremonial law, which was broken off and abolished by Christ; and from the tyranny of Satan, the god of this world, out of whose hands they were ransomed and delivered; and from the dominion of sin, under the power of which they had been in bondage. And the staff of his shoulder, the rod of his oppressor;
different phrases, expressive of the same thing; the bondage and slavery of the law, sin, and Satan: as in the day of Midian;
when Gideon got an entire victory over the Midianites, with a few unarmed men, by the sound of trumpets, and breaking of pitchers, ( Judges 7:16-22 ) and may denote the easy manner in which Christ obtained a conquest over all his and our enemies; and the means by which it is made known unto us, and we are freed from bondage to spiritual enemies; namely, by the ministration of the Gospel, compared to the blowing of trumpets; and which is a treasure put into earthen vessels, frail and weak men.

Jesaja 9:4 In-Context

2 Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, maar Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen nochtans blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt.
3 Want het juk van hun last, en den stok hunner schouders, en den staf desgenen, die hen dreef, hebt Gij verbroken, gelijk ten dage der Midianieten;
4 Toen de ganse strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed gewenteld en verbrand werden, tot een voedsel des vuurs.
5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;
6 Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.