Jozua 3:9-17

9 Toen zeide Jozua tot de kinderen Israels: Nadert herwaarts, en hoort de woorden des HEEREN, uws Gods.
10 Verder zeide Jozua: Hieraan zult gijlieden bekennen, dat de levende God in het midden van u is, en dat Hij ganselijk voor uw aangezicht uitdrijven zal de Kanaanieten, en de Hethieten, en de Hevieten, en de Ferezieten, en de Girgazieten, en de Amorieten en de Jebusieten.
11 Ziet, de ark des verbonds van den Heere der ganse aarde gaat door voor ulieder aangezicht in de Jordaan.
12 Nu dan, neemt gijlieden u twaalf mannen uit de stammen Israels, uit iederen stam een man;
13 Want het zal geschieden, met dat de voetzolen der priesteren, die de ark van den HEERE, den Heere der ganse aarde, dragen, in het water van de Jordaan zullen rusten, zo zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, te weten de wateren, die van boven afvlieten, en zij zullen op een hoop blijven staan.
14 En het geschiedde, toen het volk vertrok uit zijn tenten, om over de Jordaan te gaan, zo droegen de priesters de ark des verbonds voor het aangezicht des volks.
15 En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen des oogstes aan al haar oevers);
16 Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt en die naar de zee des vlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho.
17 Maar de priesters, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, stonden steevast op het droge, in het midden van de Jordaan; en gans Israel ging over op het droge, totdat al het volk geeindigd had door de Jordaan te trekken.

Jozua 3:9-17 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JOSHUA 3

Joshua removed from Shittim to Jordan, where he stayed three days, Jos 3:1,2; the people are directed to move when they saw the ark bore by the priests, and what distance they should keep from it, Jos 3:3,4; are bid to sanctify themselves against the morrow, when wonders would be wrought, Jos 3:5; and the priests are ordered to take up the ark, Jos 3:6; Joshua is encouraged by the Lord, and instructed to command the priests when they come to Jordan to stand still in it, Jos 3:7,8; and he declares to all the people, as a token that God would drive the Canaanites from before them, that as soon as the feet of the priests bearing the ark should rest in the waters of Jordan, they should be parted, and make way for them to pass through, Jos 3:9-13; which accordingly came to pass, so that all the Israelites passed over on dry ground, Jos 3:14-17.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.