Numberi 26:52-62

52 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:

53 Aan dezen zal het land uitgedeeld worden ter erfenis, naar het getal der namen.

54 Aan degenen, die veel zijn, zult gij hun erfenis meerder maken, en aan hen, die weinig zijn, zult gij hun erfenis minder maken; aan een iegelijk zal, naar zijn getelden, zijn erfenis gegeven worden.

55 Het land nochtans zal door het lot gedeeld worden; naar de namen der stammen hunner vaderen zullen zij erven.

56 Naar het lot zal elks erfenis gedeeld worden tussen de velen, en de weinigen.

57 Dit zijn nu de getelden van Levi, naar hun geslachten: van Gerson het geslacht der Gersonieten; van Kohath het geslacht der Kohathieten; van Merari het geslacht der Merarieten.

58 Dit zijn de geslachten van Levi: het geslacht der Libnieten, het geslacht der Hebronieten, het geslacht der Machlieten, het geslacht der Muzieten, het geslacht der Korachieten. En Kohath gewon Amram.

59 En de naam der huisvrouw van Amram was Jochebed, de dochter van Levi, welke de huisvrouw van Levi baarde in Egypte; en deze baarde aan Amram, Aaron, en Mozes, en Mirjam, hun zuster.

60 En aan Aaron werden geboren Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar.

61 Nadab nu en Abihu waren gestorven, toen zij vreemd vuur brachten voor het aangezicht des HEEREN.

62 En hun getelden waren drie en twintig duizend, al wat mannelijk is, van een maand oud en daarboven; want dezen werden niet geteld onder de kinderen Israels, omdat hun geen erfenis gegeven werd onder de kinderen Israels.

Numberi 26:52-62 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 26

In this chapter an order is given to number the people of Israel a second time, Nu 26:1-4 and the account begins with Reuben, the firstborn, and the families that sprung from him, and the number of them, Nu 26:5-7 and Dathan and Abiram being of this tribe, the affair of them and Korah is afresh related, Nu 26:8-11, then the tribe of Simeon, its families and number, Nu 26:12-14, next the tribe of Gad, and their families and number, Nu 26:15-18, after that the tribe of Judah, its families and number, Nu 26:19-22 then follows the tribe of Issachar, its families and number, Nu 26:23-25, next to that the tribe of Zebulun, its families and number, Nu 26:26,27 then the sons of Joseph, and first Manasseh, his families and number, Nu 26:28-34 and then the tribe of Ephraim, its families and number, Nu 26:35-37, after that the tribe of Benjamin, its families and number, Nu 26:38-41 next the tribe of Dan, its families and number, Nu 26:42,43 and which is followed by the tribe of Asher, its families and number, Nu 26:44-47, and the muster is closed with the tribe of Naphtali, its families and number, Nu 26:48-50, and the sum total of all the numbers is given, Nu 26:51 and then follows another order to divide the land of Canaan by lot, when conquered, to the several tribes, according to their names and number, Nu 26:52-56 and an account is given of the number of the Levites and their families, their number being taken not with the other tribes, but by themselves, and which is summed up, Nu 26:57-62 and the chapter is concluded with observing, that it appeared upon this numbering of the people, that there were but two persons living of those that were first numbered among the children of Israel, Nu 26:63-65.