Spreuken 17:1-8

1 Een droge bete, en rust daarbij, is beter, dan een huis vol van geslachte beesten met twist.
2 Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen.
3 De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten.
4 De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.
5 Die den arme bespot, smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn.
6 De kroon de ouden zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen.
7 Een voortreffelijke lip past een dwaze niet, veelmin een prins een leugenachtige lip.
8 Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen.

Spreuken 17:1-8 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 KINGS 7

This chapter gives an account of some buildings of Solomon for himself, 1Ki 7:1-12; and of other things for the use of the temple; of two pillars of brass, 1Ki 7:13-22; of the molten sea, 1Ki 7:23-26; and of ten bases, and ten layers on them, 1Ki 7:27-39; with other utensils and ornaments, 1Ki 7:40-51.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.