Spreuken 17:10-20

10 De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderd maal te slaan.
11 Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden.
12 Dat een beer, die van jongen beroofd is, een man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn dwaasheid.
13 Die kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken.
14 Het begin des krakeels is gelijk een, die het water opening geeft; daarom verlaat den twist, eer hij zich vermengt.
15 Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden.
16 Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?
17 Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren.
18 Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste.
19 Die het gekijf liefheeft, heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking.
20 Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen.

Images for Spreuken 17:10-20

Spreuken 17:10-20 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 KINGS 7

This chapter gives an account of some buildings of Solomon for himself, 1Ki 7:1-12; and of other things for the use of the temple; of two pillars of brass, 1Ki 7:13-22; of the molten sea, 1Ki 7:23-26; and of ten bases, and ten layers on them, 1Ki 7:27-39; with other utensils and ornaments, 1Ki 7:40-51.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.