1 Samuël 16:1-6

1 Toen zeide de HEERE tot Samuel: Hoe lang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien.
2 Maar Samuel zeide: Hoe zou ik heengaan? Saul zal het toch horen en mij doden. Toen zeide de HEERE: Neem een kalf van de runderen met u, en zeg: Ik ben gekomen, om den HEERE offerande te doen.
3 En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik zal u te kennen geven, wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven, dien Ik u zeggen zal.
4 Samuel nu deed, hetgeen de HEERE gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen kwamen de oudsten der stad bevende hem tegemoet, en zeiden: Is uw komst met vrede?
5 Hij dan zeide: Met vrede; ik ben gekomen om den HEERE offerande te doen; heiligt u, en komt met mij ten offer; en hij heiligde Isai en zijn zonen, en hij nodigde hen ten offer.
6 En het geschiedde, toen zij inkwamen, zo zag hij Eliab aan, en dacht: Zekerlijk, is deze voor den HEERE, Zijn gezalfde.

1 Samuël 16:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST SAMUEL 16

In this chapter Samuel is ordered to anoint a king among the sons of Jesse of Bethlehem, 1Sa 16:1-5 all whose sons were made to pass before him, excepting David, 1Sa 16:6-10 who being then with his father's sheep, was sent for and was anointed, 1Sa 16:11-13, after which the Spirit of the Lord departed from Saul, and he became melancholy, and it was advised to seek out a musician for him, and David was mentioned to him as a proper person, 1Sa 16:14-18 upon which he was sent for, and acted as a musician to Saul, and also became his armourbearer, which was the first rise of him, 1Sa 16:19-23.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.