1 Samuël 16:1

1 Toen zeide de HEERE tot Samuel: Hoe lang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien.

1 Samuël 16:1 Meaning and Commentary

1 Samuel 16:1

And the Lord said unto Samuel
In a vision or dream, or by an articulate voice: how long wilt thou mourn for Saul? he does not blame him for mourning, but for mourning so long; but how long that was cannot be said; and though his affection for him might cause him to indulge to it, yet it was in vain, seeing the sentence was irreversible:

seeing I have rejected him from reigning over Israel?
that is, his posterity; for he himself reigned as long as he lived, though in a very inglorious manner:

fill thine horn with oil;
with common oil; for that this was the holy anointing oil kept in the tabernacle, as the Jewish writers generally suppose, with which they say David and Solomon, and the kings of Judah, were anointed, there is no reason to believe; since the tabernacle, where this oil was, was at a distance from Samuel, and which seems to have been only for the anointing of the priests. This was not a phial he was bid to take, as when he anointed Saul; but an horn, denoting the abundance of gifts bestowed on David, and the firmness and duration of his kingdom:

and go, and I will send thee to Jesse the Bethlehemite;
the son of Obed, whom Boaz begat of Ruth the Moabitess, ( Ruth 4:21 Ruth 4:22 )

for I have provided me a king among his sons;
but which he says not; this was reserved for an later discovery; however God had in his own mind picked him, whom he would hereafter make known; this was a king for himself, raised up to fulfil his will; Saul was chosen by him, but then it was at the request of the people, and so he was rather their king than his; but this was not at their desire, nor with their knowledge, but of his own good will and pleasure; the one was given in wrath, and the other in love; the one was to the rejection of God as King, the other to the rejection of Saul by the will of God.

1 Samuël 16:1 In-Context

1 Toen zeide de HEERE tot Samuel: Hoe lang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien.
2 Maar Samuel zeide: Hoe zou ik heengaan? Saul zal het toch horen en mij doden. Toen zeide de HEERE: Neem een kalf van de runderen met u, en zeg: Ik ben gekomen, om den HEERE offerande te doen.
3 En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik zal u te kennen geven, wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven, dien Ik u zeggen zal.
4 Samuel nu deed, hetgeen de HEERE gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen kwamen de oudsten der stad bevende hem tegemoet, en zeiden: Is uw komst met vrede?
5 Hij dan zeide: Met vrede; ik ben gekomen om den HEERE offerande te doen; heiligt u, en komt met mij ten offer; en hij heiligde Isai en zijn zonen, en hij nodigde hen ten offer.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.