Genesis 13:1-10

1 Alzo toog Abram op uit Egypte naar het zuiden, hij en zijn huisvrouw, en al wat hij had, en Lot met hem.
2 En Abram was zeer rijk, in vee, in zilver, en in goud.
3 En hij ging, volgens zijn reizen, van het zuiden tot Beth-El toe, tot aan de plaats, waar zijn tent in het begin geweest was, tussen Beth-El, en tussen Ai;
4 Tot de plaats des altaars, dat hij in het eerst daar gemaakt had; en Abram heeft aldaar den Naam des HEEREN aangeroepen.
5 En Lot, die met Abram toog, had ook schapen, en runderen, en tenten.
6 En dat land droeg hen niet, om samen te wonen; want hun have was vele, zodat zij samen niet konden wonen.
7 En er was twist tussen de herders van Abrams vee, en tussen de herders van Lots vee. Ook woonden toen de Kanaanieten en Ferezieten in dat land.
8 En Abram zeide tot Lot: Laat toch geen twisting zijn tussen mij en tussen u, en tussen mijn herders en tussen uw herders; want wij zijn mannen broeders.
9 Is niet het ganse land voor uw aangezicht? Scheid u toch van mij; zo gij de linkerhand kiest, zo zal ik ter rechterhand gaan; en zo gij de rechterhand, zo zal ik ter linkerhand gaan.
10 En Lot hief zijn ogen op, en hij zag de ganse vlakte der Jordaan, dat zij die geheel bevochtigde; eer de HEERE Sodom en Gomorra verdorven had, was zij als de hof des HEEREN, als Egypteland, als gij komt te Zoar.

Genesis 13:1-10 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 13

This chapter gives an account of the return of Abram from Egypt to the land of Canaan, and to the same place in it he had been before, Ge 13:1-4 and of a strife between the herdsmen of Abram and Lot, and the occasion of it, Ge 13:5-7 which was composed by the prudent proposal of Abram, Ge 13:8,9 upon which they parted; Abram continued in Canaan, and Lot chose the plain of Jordan, and dwelt near Sodom, a place infamous for wickedness, Ge 13:10-13 after which the Lord renewed to Abram the grant of the land of Canaan to him, and to his seed, Ge 13:14-17 and then he removed to the plain of Mamre in Hebron, and there set up the worship of God, Ge 13:18.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.