1 Samuël 12:22

22 Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten, om Zijns groten Naams wil, dewijl het den HEERE beliefd heeft, ulieden Zich tot een volk te maken.

1 Samuël 12:22 Meaning and Commentary

1 Samuel 12:22

For the Lord will not forsake his people for his great name's
sake.
] For the sake of himself, his honour and glory; should he forsake his people, and suffer them to come to ruin, his name would be blasphemed among the Heathens; he would be charged either with want of power to help them, or with want of faithfulness to his promise to them, and with inconstancy to himself, or want of kindness and affection for them; all which would reflect upon his honour and glory:

because it hath pleased the Lord to make you his people;
it was not owing to any worth or worthiness in them that they became his people, but to his own sovereign good will and pleasure; and therefore, as it was nothing in them that was the cause of their being taken by him for his people, so nothing in them could be the cause of their being rejected by him as such; it was of free grace and favour that they were taken into covenant with him, and by the same would be retained: the Vulgate Latin version is,

``the Lord hath sworn to make you a people for himself;''

so Jarchi interprets it, he swore, and takes it to have the same sense as in ( 1 Samuel 14:24 ) .

1 Samuël 12:22 In-Context

20 Toen zeide Samuel tot het volk: Vreest niet, gij hebt al dit kwaad gedaan; doch wijkt niet van achter den HEERE af, maar dient den HEERE met uw ganse hart.

21 En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na volgen, die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden.

22 Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten, om Zijns groten Naams wil, dewijl het den HEERE beliefd heeft, ulieden Zich tot een volk te maken.

23 Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leren.

24 Vreest slechts den HEERE, en dient Hem trouwelijk met uw ganse hart; want ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft!