Deuteronomium 18:22

22 Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.

Deuteronomium 18:22 Meaning and Commentary

Deuteronomy 18:22

When a prophet speaketh in the name of the Lord
Says he comes from God, is sent by him, and has a commission from him to say so:

if the thing follow not, nor come to pass;
as the prophecy of Hananiah, ( Jeremiah 28:3 ) that is the thing which the Lord hath not spoken; or otherwise it would have come to pass, unless when a condition is either expressed or implied, as the repentance or disobedience of a people; see ( Jeremiah 18:7-10 )

but the prophet hath spoken it presumptuously;
in a bold and daring manner, with great impiety and impudence, out of his own head and heart, being a mere device and imagination of his own, which, not having the fear of God, he delivered as coming from the Lord:

thou shall not be afraid of him;
not only to reprove him for his wickedness, but also to punish him for it; showing no regard to the high character he assumes, nor to the great pretensions he makes to sanctity, knowledge, and familiarity with God.

Deuteronomium 18:22 In-Context

20 Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.

21 Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?

22 Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.