Genesis 30:28

28 Hij zeide dan: Noem mij uitdrukkelijk uw loon, dat ik geven zal.

Genesis 30:28 Meaning and Commentary

Genesis 30:28

And he said, appoint me thy wages, and I will give [it].
] Say what thou wilt have, fix what salary thou thinkest sufficient, and I will agree to it, and punctually pay it: this he craftily said, not choosing to propose anything himself, but leaving it to Jacob, knowing very well the honesty and modesty of Jacob, that he would mention less wages than he could have the face to offer him.

Genesis 30:28 In-Context

26 Geef mijn vrouwen, en mijn kinderen, om welke ik u gediend heb, dat ik vertrek; want gij weet mijn dienst, die ik u gediend heb.
27 Toen zeide Laban tot hem: Zo ik nu genade gevonden heb in uw ogen; ik heb waargenomen, dat de HEERE mij om uwentwil gezegend heeft.
28 Hij zeide dan: Noem mij uitdrukkelijk uw loon, dat ik geven zal.
29 Toen zeide hij tot hem: Gij weet, hoe ik u gediend heb, en hoe uw vee bij mij geweest is.
30 Want het weinige, dat gij voor mij gehad hebt, dat is tot een menigte uitgebroken; en de HEERE heeft u gezegend bij mijn voet; nu dan, wanneer zal ik ook werken voor mijn huis?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.